- We zitten steeds langer en steeds meer. Of we staan achter sta-tafels. Maar steeds met onze hoofd naar beneden en naar voren. Steeds onze schouders opgetrokken. Steeds vanuit onze lage rug in lichte buiging met overstrekte knieën. Maar we zijn vooral gebouwd om te bewegen. Zoals hierboven beschreven gaat het ergens niet helemaal goed met ons.
- Spanningen werk gerelateerd en stress nemen fors toe.
- Fors actief gebruik van sociale media, gebruik mobiele telefoons, i-Pads, PC's, tussen door Appen, Insta-, Facebook etc. In vrije tijd nog gamen etc.
- De belastingen voor onze weefsels krijgen het zwaar, nemen ook steeds meer toe. Onevenredig met de belastbaarheid. En ook meerdimensionaal, psychische belastingen nemen fors toe.
- Klachten krijgen meer kans zich te manifesteren, C.A.N.S. is "geboren".
Enjoy ergonomics
Werkplek analyse, werkplek adviezen, werkhouding adviezen. Wij kunnen dat hier als fysiotherapeut goed met u beoordelen en u goed op weg helpen.
Onze specialiteit is het juiste advies behorend bij u als persoon met uw individuele afwijkingen, gewoontes, anatomische / sociaal en psychische verworvenheden, uitend in uw huidige vorm, uw plastisch model te integreren in bestaande modellen zoals hieronder beschreven. Uiteraard op optimale werkhouding gericht.
- Een goede werkhouding is van groot belang om klachten te voorkomen en te verminderen. Hier een mooi YouTube filmpje om dat zichtbaar en begrijpbaar te maken, klik hier.
- Het gebruik van een ergonomisch toetsenbord, ergonomic keyboard zoals Kinesis Freestyle 2, zorgt voor een rechte stand van de polsen en betere stand onderarm. Hierdoor worden de krachten en belastingen op pezen, spieren en gewrichten verminderd. Een mooi voorbeeld is het volgende YouTube filmpje, klik hier.
- Een goede werkplek instellen, minder klachten, meer productiviteit, moet eigenlijk een standaard zijn binnen bedrijven, maar ook voor thuiswerkers en thuis werken. Voor een uitleg, een mooi YouTube filmpje, klik hier.
- Plaatsing van muis binnen comfortzone, breedte van lichaam, voorkomt veel ellende in nek schouder regio. YouTube filmpje, klik hier.
- Hulpmiddelen toetsenborden en muizen, onze fysiotherapeut kan hier samen met u goede uitleg over geven.
- Werken met documenthouder heeft veel nut. YouTube filmpje, klik hier.
- Verantwoord Flexwerken, in stijl een meer productiever en verantwoord werkplek, zie YouTube filmpje, klik hier.
bron: RSI patiënten vereniging
Repetive Strain Injury (R.S.I.), deze naam wordt niet meer gebruikt!
Wordt vervangen door, C.A.N.S. = Complaints of the Arm, Neck, and or Shoulder of K.A.N.S. = Klachten aan Arm, Nek/Schouder. Klachten van het bewegingsapparaat in de arm, nek en/of schouder waaraan geen acuut trauma of ziekte ten grondslag ligt. R.S.I. en C.A.N.S/K.A.N.S worden veelal door elkaar gebruikt, maar zijn inhoudelijk niet gelijk
Een paar aandoeningen die kunnen ontstaan door langdurige statische belastingen:
RSI is aan vervanging toe
RSI heeft in de praktijk een groot aantal nadelen. Voor patiënten heeft RSI een negatieve lading. Daarbij schept de term verwarring: het gaat veelal niet om een 'injury'. Bovendien kan niet alleen 'repetitive strain' maar ook statische belasting de klachten veroorzaken. Naast RSI worden nog vele andere termen gebruikt voor arm-, nek- en/of schouderklachten en zijn vele definities en indelingen in omloop.
Het heeft geleid tot spraakverwarring onder zowel behandelaars als patiënten. Het spreken van dezelfde taal is een eerste vereiste voor goede samenwerking. Maar ook voor het vergelijken van wetenschappelijk onderzoek is eenduidige taal van belang. Kortom, RSI is toe aan een definitieve vervanging.
R.S.I. bestaat niet meer als term en diagnose. Nederlandse artsen en paramedici hebben dit onlangs besloten althans de term, een verzamelbegrip voor een groot aantal arm, nek en schouderklachten, niet langer te gebruiken. Een nieuw begrippenkader is afgesproken door elf beroepsgroepen op een congres in Ede. Afgesproken is nu om voortaan uit te gaan van een model dat behandelaars in staat stelt klachten in te delen in specifieke- en aspecifieke klachten. Omdat er 23 specifieke arm, nek, en schouderaandoeningen bekend zijn, worden die kwalen gewoon bij hun eigen naam genoemd. Aspecifieke klachten, dat zijn klachten waarvan de oorzaak niet bekend is en waar de medische wereld ook geen oplossing voor heeft, worden niet meer als R.S.I. benoemd: er wordt simpelweg gezegd dat ze niet thuis te brengen zijn. Aldus bron: het Brabantsdagblad donderdag 07-10-2004. Wat hiervoor staat mag wat mij betreft kritisch bekeken worden, specifiek en aspecifieke klachten hebben in mijn gedachte een andere lading en verklaring. Discussiestof.
Om toch het begrip RSI er naast te leggen, reden het blijkt nog steeds hardnekkig gebruikt te worden in 2007, vooral op het werkvloer.
R.S.I. is geen diagnose, maar een verzamelnaam voor aandoeningen aan nek, schouder, arm en hand die worden veroorzaakt door herhalende bewegingen of juist te lang in een houding blijven, repetitive strain alleen moet je dan vergeten. Door frequent herhalende bewegingen of juist de statische houding, treedt er een verminderde doorbloeding van de spieren en pezen op, waardoor er lokaal schade ontstaat. aspecifieke klachten als vermoeidheid, prikkeling, pijn van de nek-, schouder- en armregio vormen de grootste groep klachten onder de R.S.I. patiënten.
Naast aspecifieke klachten heb je ook nog gespecificeerde aandoeningen die onder de noemer R.S.I. vallen. Een tension neck syndroom (stijve nek), een tennis en golfers elleboog, het carpaal tunnel syndroom.
De term 'muisarm' is verwarrend, als je ervan uitgaat dat er over het algemeen gesproken wordt van een arbeidsgebonden aandoeningen aan de bovenste extremiteiten (vlgs. Nederlandse centrum voor beroepsziekten). De diversiteit van de verschijningsvormen van R.S.I. wordt daarmee duidelijk.
Muisarm, impliceert alsof er sprake is van klachten aan de arm door het gebruik van de muis. Dit geeft een te beperkt beeld van het probleem R.S.I.
____________________________________________________________________________________
Het CANS model.
C.A.N.S. = Complaints Arm Neck Shoulder, aandoeningen uitgebreid omschreven.
Wat zijn de symptomen van een Triggerfinger? Waar zit de pijn bij het Radiaal tunnelsyndroom? Is Oarsman's wrist hetzelfde als een roeierspols? Kan ik blijven werken met een Frozen shoulder?
Er zijn 23 specifieke CANS aandoeningen beschreven. Nederlandse behandelaars hebben in 2004 afgesproken voortaan de terminolgie volgens het CANS-model te gebruiken in plaats van RSI. De reden hiervoor was de onduidelijkheid en negatieve associaties die met de term RSI samenhingen. CANS staat voor complaints of the arm, neck and/or shoulder, oftewel klachten van de arm, nek en/of schouder. CANS is een omschrijving van een klachtencomplex. Bekende specifieke aandoeningen zijn de tenniselleboog, het carpaal tunnel syndroom en het rotator cuff syndroom. Recent is de ontwikkeling van het CANS-model ook wetenschappelijk gepubliceerd (Huisstede et al. Journal of Occupational and Environmental Medicine).
Vele fysiotherapeuten en andere behandelaars hebben de 23 CANS aandoeningen opgenomen in hun voorlichtingsmateriaal zoals websites. Tot nu toe ontbrak echter een duidelijke beschrijving van de aandoeningen.
Het CANS model is in 2004 ontwikkeld door het Kenniscentrum Arbeid en Klachten Bewegingsapparaat. In het CANS model wordt stap voor stap gekeken welke specifieke klachten bij een bepaalde aandoening passen. Op deze manier spreken behandelaars dezelfde taal. Dit is belangrijk omdat sneller duidelijk kan worden wat er aan de hand is. Zo kan men direct met de juiste behandeling starten.
Bron: Zorgkrant
Het CANS model. CANS is een omschrijving van een klachtencomplex. Het is GEEN diagnose.
Het CANS model
Het CANS model laat zien dat de klachten in te delen zijn in specifieke en a-specifieke CANS.
Er is overeengekomen de klachtengroep voortaan aan te duiden als CANS (Complaints of the Arm, Neck and/or Shoulder). Volgens de daarbij opgestelde definitie zijn dit klachten van het bewegingsapparaat in arm, nek en/of schouder, die niet veroorzaakt worden door een acuut trauma of een systemische aandoening. Het CANS model laat zien dat de klachten in te delen zijn in specifieke en a-specifieke CANS. Een aandoening is specifiek als deze te diagnosticeren is. Dit betekent dat op basis van onderscheidende kenmerken de diagnose reproduceerbaar gesteld kan worden. Op deze wijze heeft het panel 23 aandoeningen als specifieke CANS benoemd*. Ze worden als afzonderlijke aandoeningen benaderd en behandeld en dus niet als een grote groep van klachten gezien. Als een aandoening niet in het rijtje van de 23 als specifieke CANS voorkomt, wordt gesproken van a-specifieke CANS.
Voor wie?
Het CANS model is bedoeld voor alle medici en paramedici die patiënten met klachten in de arm, nek en/of schouderregio behandelen en voor patiënten met deze klachten.
Betekenis voor de praktijk
Het containerbegrip RSI kan worden losgelaten. Door het gebruik van dezelfde terminologie en indeling zullen behandelaars elkaar beter begrijpen en verbetert de multidisciplinaire samenwerking. De patiënt zal hier de voordelen van ervaren: door betere communicatie kan sneller de juiste behandeling worden ingezet. De consensus is hiertoe de eerste stap.
* specifieke CANS:
01 Bicepspees tendinose
De bicepsspier loopt van de bovenkant van de schouder naar de onderarm. Als men deze spier aanspant, ontstaan de zogenaamde 'spierballen'. (Sobotta Atlas)
02 Bursitiden rond de elleboog (Slijmbeursontsteking rond de elleboog)
Ellebooggewricht (gebogen) (Sobotta Atlas)
03 Carpaal tunnelsyndroom
Slagaders en zenuwen in de handpalm. In het midden de (geel) nervus medianus. (Sobotta Atlas)
04 Cervicale hernia
Röntgenfoto van de nekwervels. (Sobotta Atlas)
05 Cubitaal tunnelsyndroom
De nervus ulnaris loopt via de oksel naar de arm (op deze afbeelding de gele zenuw uiterst rechts). (Sobotta)
06 M. Dupuytren
Spieren van de hand (Sobotta Atlas)
07 Epicondylitis lateralis cubiti = de tenniselleboog
08 Epicondylitis medialis cubiti = de golfers elbow
09 Frozen shoulder
Gewrichtskapsel van de schouder. (Sobotta atlas)
10 Guyon kanaalsyndroom
Hand met uiterst linksboven aan de pinkzijde de nervus ulnaris (zenuw) (Sobotta Atlas)
11 Instabiliteit van de schouder
12 Instabiliteit van de elleboog
Doorsnede van het linker ellebooggewricht (Sobotta Atlas)
13 Scheur in het labrum glenoidale
Dwarsdoorsnede van het schoudergewricht. De rand rondom het blauwe vlakje vormt het labrum glenoïdale. Dit is een rand van zacht materiaal dat bestaat uit kraakbeen en bindweefsel. (Sobotta Atlas)
14 Lokale artritis (geen RA) in een gewricht van de bovenste extremiteit schouder of arm
De gewrichten van de hand. (Sobotta)
15 Oarsman's wrist = roeierspols
Pols met peesscheden. De ontsteking zit op de plek waar de middelste pees (blauwgrijs vlak) afbuigt naar links. (Sobotta Atlas)
16 Radiaal tunnelsyndroom
De radiale zenuw bevindt zich in de lichtblauwe vlakken. (Sobotta)
17 Raynaud's fenomeen
Bij Raynaud is de doorbloeding naar bijvoorbeeld de vingers niet goed (José Carlos Pereira)
18 Rotator cuff scheuren
Schouder met schouderspieren (Sobotta Atlas)
19 Subacromiaal impingementsyndroom (rotator cuff syndroom, tendinosen en
bursitiden rond de schouder)
Röntgenfoto van de schouderregio (Patricia Schippert)
20 Sudeckse dystrofie (Complex Regionaal Pijn Syndroom type I )
21 Suprascapulaire compressie
Het schouderblad met middenboven een inkeping in het bot: de incisura scapulae. Als de zenuw die hier doorheen loopt (de suprascapulaire zenuw) bekneld zit, spreken we van suprascapulaire compressie.(Sobotta Atlas)
22 Triggerfinger
Peesscheden van de hand en vingers (Sobotta Atlas)
23 Ziekte van De Quervain
24 Whiplash
Een whiplash kan nekpijn tot gevolg hebben (Fanelie Rosier)
25 Schouder uit de kom
Wat zijn de symptomen van een Triggerfinger? Waar zit de pijn bij het Radiaal tunnelsyndroom? Is Oarsman's wrist hetzelfde als een roeierspols? Kan ik blijven werken met een Frozen shoulder?
Bron:Fysioforum
Het CANS model
Bron: Kenniscentrum AKB
__________________________________________________________________________________
!! Goed beseffend dat RSI een containerbegrip is, een totaal benadering die niet juist het feitelijke situatie weergeeft maar wel een begrip, blijft het handig een aantal indelingen en ideeën te handhaven die ook algemeen aardig kunnen "scoren" en therapeutisch praktisch handig zijn en goed overdraagbaar die ook de lokale onderverdeling altijd een rol zullen spelen, althans in mijn visie!!
Bijzonder is dat ook dat de landelijke RSI vereniging zich zo blijft noemen en geenszins van plan is een andere naam te gaan voeren. We kunnen dus wel als "werkers in het veld" voor ons zelf CANS in het leven roepen, helderheid waar we het over hebben en communicatief prima, maar de patiënten zullen het begrip RSI wel blijven gebruiken.
Tussen door even praktisch. Checklist voor een goede houding achter de computer:
- zit ik rechtop?
- heb ik voldoende bewegingsvrijheid?
- kan ik mijn benen fatsoenlijk strekken onder het werkblad?
- kunnen mijn voeten plat op de grond staan?
- zijn mijn schouders en armen ontspannen?
- liggen mijn armen en polsen horizontaal en zijn ze ondersteund door werkblad of armleuningen?
- bevinden mijn ellebogen zich langs mijn lichaam?
- staan mijn hoofd en nek recht als ik naar het beeldscherm kijk?
- staan beeldscherm en toetsenbord (of muis) recht voor me?
- valt er geen vervelend licht op mijn beeldscherm/
- zit ik niet langer dan twee uur achter mijn beeldscherm?
- neem ik een andere houding aan, minstens 5 minuten op een half uur.
Stadium I
* Pijn treedt op aan het einde van een werkdag en is meestal de volgende dag weer weggetrokken.
* Gevoeligheid van de spieren
* Gevoeligheid van de pezen
* Plaatselijke vermoeidheid
* Onbehaaglijk, krampachtig of doof gevoel
Stadium II
Klachten worden uitgebreider. De arbeidsprestaties gaan omlaag.
* Irritatie
* Pijn (m.n. bij statische spierbelasting)
* Zwelling
* Tintelingen
* Slapheid of plotseling verlies van grijpvermogen
* Doof gevoel
* Soms verbleking van de huidskleur
Stadium III
De pijn blijft voortduren en treedt ook op bij niet-herhaalde bewegingen.
* Aanhoudende pijn, die vaak elke beweging van de betreffende spiergroep belemmert.
* Zwelling, plaatselijk of meer verspreid (b.v. alleen in de pols of in de hele onderarm).
* Veranderingen van huidskleur en temperatuur.
* Dood of tintelend gevoel.
* Kraken. Alleen de symptomen uit stadium III worden RSI-klachten genoemd.
De symptomen uit stadium I en II worden RSI-gerelateerde klachten genoemd.
In buitenlandse literatuur wordt RSI in 5 stadia verdeeld (4).
Stadium I wordt nog verder uitgesplitst in 2 stadia, "Pre-RSI" en "Early-RSI". Tevens wordt stadium III gesplitst in 2 delen "Chronic Pain" en "Complex of chronic pain; Reflex SympatheticDysfunctions"
Voorbeelden van praktische hulpmiddelen:
- beeldschermbril, m.n. afstand 60 cm i.t.t. leesbril dat een scherpte kent gericht op 30 cm afstand. Probleem vooral met werknemers > 40 jaar. Via visusmeter te testen door AMG.
- myofeedbackapparaat, bij te veel spierspanning maakt het apparaatje meer lawaai of meer lampjes gaan branden en kan de werkhouding direct aangepast worden. Gedrag van werknemer kan blijvend verbeterd worden.
Werkgerelateerde risico-factoren bij beeldschermwerkers
Onderzoek gedaan naar nek-,schouder-,armklachten door Punnet en Bergqvist komen in 1997 na uitgebreid literatuuronderzoek tot de volgende risicofactoren bij beeldschermwerkers.
Even er tussendoor: Kinderen
Preventie en de gevaren bij kinderen om R.S.I. te krijgen.
Er bestaat een R.S.I..lespakket voor groep 2 van de basisschool
dat voor lichting geeft over het ziektebeeld, moeten juist beginnende computergebruikers een juiste lichaamshouding achter de PC aanleren. Hoofdpersoon van de 5 lessen is MUISJE MAX. Omdat kinderen in de groei zijn hebben ze vaak meer last dan volwassenen wanneer ze R.S.I. oplopen. Beleid in Nederland dat kinderen op de basisscholen zoveel mogelijk met de computer gaan werken. De overheid besteedt hierbij te weinig aandacht aan preventie van R.S.I..
Bron ANP sept 2000
- Fysieke belasting
duur beeldschermwerk; mate van kracht uitoefenen met handen en armen; mate van draaien of buigen van pols.
- Psychosociale belasting
ondersteuning leidinggevende
ondersteuning collega's
regelmogelijkheden
taakeisen
- Overige werkfactoren
werkweek (uren)
duur dienstverband (jaren)
kou / tocht / temperatuurswisselingen
rustpauzes
- Individuele factoren
leeftijd
geslacht (vrouw)
armbelasting in vrije tijd
Deze tabel laat zien, indien er sprake is van R.S.I., er gekeken moet worden naar meer factoren dan alleen de opstelling van het beeldscherm en de houding die de werknemer achter het bureau aanneemt.
Dus zowel fysieke / lichamelijke als psychische factoren op het werk en in de thuissituatie moeten in kaart worden gebracht, wil er een toereikend plan van aanpak opgesteld kunnen worden.
Bij het ontstaan van R.S.I. klachten vindt onderlinge beïnvloeding plaats tussen lichamelijke belasting , werkstress en individuele factoren.
Wat kan ik doen aan R.S.I.? Interventies bij plan van aanpak. Individu Taakeisen Omgeving Rust / Voorlichting Werktaak: - te beperkte taakinhoud - onvoldoende regelmogelijkheden Kwaliteit van de middelen (ergonomisch onvriendelijke programmatuur) Behandeling gericht op de fysieke aspecten: . Fysiotherapie . Medisch specialist; neuroloog, orthopeed, revalidatiearts . Opticien . Myofeedback, ook door fysiotherapeut gegeven Werktijd: - langer dan 6 uur op een dag achtereen achter een beeldscherm - langer dan 1 a 2 uur achtereen achter een beeldscherm - onvoldoende pauzemogelijkheden - langer dan 2 uur werken met een laptop Ergonomisch inrichting van de werkplek Behandeling gericht op de psychische aspecten: - bedrijfsmaatschappelijk werk - psycholoog - myofeedback door fysiotherapeut Werkdruk; pieken in het werkaanbod Klimatologische omstandigheden (kou / tocht) Fitnessprogramma / cursus Werkwijze: - werkhouding - onvoldoende afwisseling in de houding - krachtsuitoefening - frequentie van herhaalde bewegingen - sprake van pieksnelheden Werksfeer: - verstoorde arbeidsverhoudingen R.S.I. - werkplek
De inrichting van uw werkplek
Bureau
De meeste werkplekken zijn voorzien van een computer. Beeldschermen kunnen niet goed worden gebruikt op klassieke schrijfbureaus. Eisen voor een goede beeldschermtafel zijn:
Verstelbaar in hoogte variërend van 62 tot 82 centimeter (cm). Als de tafel niet in hoogte verstelbaar is, zijn er 'pootverlengers' (blokken) of voetensteunen nodig. De gemiddelde werkhoogte voor beeldschermwerk is 75 cm. Voor kleine mensen moet de tafel omlaag kunnen naar 70, 68 of soms 66 cm. Is uw lengte echter boven het gemiddelde, dan moet de tafel omhoog naar 74, 76 en soms 78 cm. Voor alleen lees- en schrijfwerk is de werkhoogte zo'n 5 cm hoger. Op de plaats waar het beeldscherm staat, is een diepte van 90 tot 100 cm nodig. Bij grote schermen van 17 inch is de beste afstand tussen ogen en scherm zo'n 70 cm. Bij kleinere beeldschermen is minimaal 50 cm afstand nodig. Platte beeldschermen kunnen op elke tafel gebruikt worden. Een dun blad zonder hinderlijke constructies waar de benen of knieën tegen stoten.
Stoelen
Gebruik altijd kantoorstoelen die voldoen aan NEN 1812 type HAV of HRAV (hoge rugleuning, korte armsteunen die in hoogte verstelbaar zijn). Gebruik verder een documentenhouder wanneer er vaak met documenten wordt gewerkt, zodat u niet het hoofd hoeft te buigen bij het lezen.
Werkopstelling
De uitgangspunten voor een goede werkopstelling zijn:
Ruimte
Per medewerker is 4 m2 vrije vloeroppervlakte de minimumeis naast de ruimte voor de werkplek en kasten. Hoe meer meubilair er in de ruimte staat, des te meer ruimte er dus nodig is.
Zo is er voor een klassieke kantoor werktafel met een beeldschermopstelling en een lees/schrijfgedeelte 3 m2 extra nodig. Deze waarde is inclusief de loopruimte in het vertrek. Voor elke kast komt daar 1 m2 bij.
De werkopstelling met een plat beeldscherm (TFT of LCD) of laptop vraagt minder ruimte: er mag dan ook 1 m2 minder ruimte worden berekend.
Bron: Office Rendement, november 2001
RSI: Preventieve oefeningen Conditie- en rekkingsoefeningen Bron:
Het is verstandig om het werk regelmatig gedurende korte tijd te onderbreken en dan (rekking-)oefeningen e doen (Active breaks / minibreaks). Het doel van de oefeningen is de flexibiliteit en balans op peil te houden en de spierspanning te verminderen.
Zorg verder voor een goede algemene conditie door in de vrije tijd regelmatig aan lichaamsbeweging te doen. Voldoende krachtige spieren en een goede conditie van het hart- en vaatstelsel zijn belangrijk en het werken aan het uithoudingsvermogen bijvoorbeeld door te sporten kan een uitlaatklep vormen voor eventuele spanningen. De oefeningen hier onder kunnen op de werkplek worden uitgevoerd.
Oefeningen op de werkplek
Hier onder tref je een aantal oefeningen aan die op de werkplek gedaan kunnen worden.
Het is niet noodzakelijk steeds alle oefeningen uit te voeren en ook de volgorde is niet van belang. Elke oefening moet een licht rekgevoel opwekken. Houd elke oefening 15 tot 30 seconden vol en herhaal elke oefening drie maal (globale richtlijn).
Van belang is om tijdens de oefeningen het normale bewegingsbereik van de gewrichten niet te overschrijden. Zorg er in elk geval voor dat er tijdens de oefeningen slechts een licht gevoel van rek optreedt en zeker geen pijn. Als er toch pijn optreedt verminder dan het aantal herhalingen en verkort de duur van de oefening. Schrap de oefening zo nodig volledig. Voer de oefeningen rustig uit en vermijd rukkende of verende bewegingen (niet forceren). Adem tijdens de oefeningen rustig door.